© De Nationale IQ-Test ©

Probeer deze iq-test zo eerlijk mogelijk te doen; zonder hulpmiddelen (zoals woordenboeken, rekenmachines,...) wel te verstaan. Probeer zeker niet langer dan 1 minuut met iedere vraag bezig te zijn. Vergeet niet allereerst je leeftijd op te geven!    TIP   

  1.  VERBALE INTELLIGENTIE

  2.  Wat betekent ASPIREREN?

                 Iemand versieren met mooie praatjes
Een vliegtuig aan de grond praten
Heel verlegen en zachtjes praten
Iemand tersluiks ergens binnen weten te praten
  1.  Wat betekent ASPIREREN?

                 Samenvoegen
Aanblazen
Zweten
Bruisen
  1.  Wat is een BELHAMEL niet?

                 Een ram met een bel om die de kudde leidt
Een leider van een troep boosdoeners
Een baldadige jongen
Een middeleeuwse stadswacht
  1.  Iemand die moeilijk zijn gevoelens kan uiten noemen we?

                 Intraveneus
Introvert
Intrinsiek
Intransitief
  1.  Wat is een PINK niet?

                 Een glas
Een jong kalf
Een ogenblik
Een vissersboot
  1.  Vul aan: RADAR - LEPEL - MEETSYSTEEM - ... ?

                 Koekoek
Kiwi
Kok
Tuttifrutti
  1.  NAAST LAUWE APPELS SCHOTEN MUIZEN WORTEL. Wat is waar?

                 Elk woord is een vaderlandse plaatsnaam
De zin bevat een contaminatie
De zin is een ezelsbruggetje
De zin is een afgekeurde reclameslogan
  1.  IQ staat tot APPELSAP zoals BART PEETERS staat tot?

                 Presentator
Stapelwolk
Gitaar
70kg
  1.  Een DUIZENDPOOT staat tot een SLAK zoals een HIPPIE staat tot een?

                 Yuppie
Kaalkop
Kapper
Punker
  1.  (1) staat tot HOND zoals PORSELEINWINKEL staat tot OLIFANT?

(1)
                 Staart
Kegelspel
Kat
Bowlingbal   
  1.  Alle breedsmoelkikkers wobbelfietsen onfatsoenlijk. Sommige zebrapadden wobbelfietsen niet      onfatsoenlijk. Welke uitspraak is ABSOLUUT waar?

                 Sommige zebrapadden zijn geen breedsmoelkikkers
Sommige zebrapadden wobbelfietsen onfatsoenlijk
Sommige breedsmoelkikkers zijn zebrapadden
Sommige zebrapadden zijn wobbelfietsende breedsmoelkikkers
  1.  Als bijna alle studenten 's nachts studeren, en geen enkele student drinkt "Rode Stier". Welke bewering is dan waar?

                 Studenten die overdag studeren drinken geen "Rode Stier"
Studenten die overdag studeren drinken wel "Rode Stier"
Studenten die 's nachts studeren drinken geen "Rode Stier"
Geen van bovenstaande antwoorden 
  1.  Ik ben mooier dan Assepoester, Sneeuwwitje is minder mooi dan de kikkerprins, Sneeuwwitje is mooier dan ik. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het land?

                 Ikke
Sneeuwwitje
Assepoester
De Kikkerprins
  1.  Alle katholieken in het Vaticaan staan om 6 uur op, behalve de paus die staat om 5 uur op voor zijn ochtendrituelen: een paar lenigheidsoefeningen, bidden en de post lezen. Hij ontbijt pas om 9 uur. De rest krijgt geen post en ontbijt al om acht uur. Welke katholiek(en) staat/staan vóór halfzes op en ontbijt(en) pas na halfnegen?

                 Alle katholieken
Alle katholieken en de paus
Alle katholieken behalve de paus
Alleen de paus
  1.  Eén spin is minder eng dan één slang. Eén slang is minder eng dan één kikker. Eén kikker is dubbel zo eng als één slang. Ik heb niet genoeg lef om twee slangen te strelen. Welke bewering is waar? Ik heb...

                 Zeker genoeg lef om één slang te strelen
Misschien genoeg lef om één kikker te strelen
Misschien genoeg lef om één spin te strelen
Zeker genoeg lef om één kikker te strelen
  1.  VISUELE INTELLIGENTIE

  2.  Welke figuur onder de streep komt niet voor boven de streep?

                A  
B   
C  
D
  1.  Welke figuur is anders dan de anderen?

               A
B
C  
D
  1.  Waar staat het spiegelbeeld van het cijfer 5?

               A
B   
C  
D
  1.  Waar staat het spiegelbeeld van de afbeelding boven de streep?

               
B  
D
  1.  Welke foto is anders dan de anderen?

                 A                                                                           
B   
C  
D
           A                                              B                                             C                                             D
  1.  Welke foto is anders dan de anderen?

                 A  
B   
C  
D
  1.  Welke prijsaanduiding onder de streep hoort bij de prijsaanduidingen boven de streep?

                 A  
B   
C  
D
  1.  Vervolledig de reeks:

                
B  
D
  1.  Welke figuur kan je maken met dit vouwblad?

                 A  
B   
C  
D
  1.  Welke figuur kan je maken met dit vouwblad?

                 A  
B   
C  
D
  1.  Welk cijfer kan je maken met al deze fragmenten?

                A  
B   
C  
D
  1.  Welke figuur hoort op de derde rij op de plaats van het vraagteken?

                
B  
D
  1.  De grijze vierhoek is opgebouwd uit vier elementen. Eén element, het roze krijg je cadeau. Je hebt er dus nog drie nodig. Welke van de vier blokken naast de streep is overbodig?

B  
D

                                     A         B         C       D

  1.  Hoeveel gelijke kleine kubusjes werden er uit de grote kubus gehaald die oorspronkelijk bestond uit 125 kleine kubusjes?

                
B  
D
  1.  Hoeveel vierkanten zitten er in deze figuur?

                 A 8 driehoeken en 12 vierhoeken
B   10 driehoeken en 12 vierhoeken
10 vierhoeken en 12 driehoeken
D 10 vierhoeken en 8 driehoeken
  1.  NUMERIEKE INTELLIGENTIE

  1.  Als de boer 11 punten waard is, de dame 12, de heer 13 en de aas 1. Wat is dan de som van alle harten kaarten? Probeer dit binnen de 30 seconden te doen.

                 A 86
B 91   
C 96
D101
  1.  Wat is de vierkantswortel van 289? Zonder rekenmachine!

                 A 16
B 17      
C 18
D83521
  1.  Het product van 4 getallen is 612. Welk getal ontbreekt?

                 A 5,5
B 6       0.5 17
C 8 6 ?
D12
  1.  Jan koopt taartjes voor een totaal van 27 euro. Hij betaalt met één biljet van 10 euro, één biljet van 5 euro, twee stukken van 2 euro, drie stukken van 1 euro, drie stukken van 50 cent, vier stukken van 20 cent en twee stukken van 10 cent. Hoeveel BELGISCHE FRANK heeft Jan te kort? Probeer dit binnen de 30 seconden te doen.

                 A 60,51 BEF
B 80,68 BEF
C 100,85 BEF
D 121,02 BEF
  1.  Als de boer 11 punten waard is, de dame 12, de heer 13 en de aas 1. Wat is dan de som van de 52 kaarten? Probeer dit binnen de 30 seconden te doen.

                 A 280
B 310
C 364
D 424
  1.  Regendruppel 1 (doorsnede 1mm) valt van 2km hoogte. Na 8 minuten spat hij uit elkaar op de grond. Regendruppel 2 (doorsnede 3mm) valt twee keer zo snel als druppel 1. Druppel 2 vertrekt vanuit dezelfde wolk twee minuten na druppel 1. Er staat een strakke zijwind van 2km/min. Wanneer valt druppel twee op de grond?

                 A 2 minuten voor druppel 1
B 1 minuut voor druppel 1
C Op hetzelfde moment
D 1 minuut na druppel 1
  1.  Op de markt kost een paard 10 euro, een konijn 1 euro en een kip 10 cent. Je hebt 100 euro en je moet met exact 100 dieren thuiskomen. Je moet minstens één paard, één konijn en één kip gekocht hebben en al je geld moet op. Wat koop je? Probeer dit binnen de 30 seconden te doen.

                 A 2 paarden, 90 konijnen en 8 kippen
B 1 paard, 49 konijnen en 51 kippen
C 9 paarden, 9 konijnen en 10 kippen
D 1 paard, 89 konijnen en 10 kippen
  1.  Vervolledig de reeks: 1 - 4 - 9 - 16 - ...

                 A 24
B 32
C 36
D 25
  1.  Vervolledig de reeks: 12 - 6 - 24 - 12 - 48 - ...

                 A 3
B 96
C 24
D 36
  1.  Bekijk de grafiek. Welke bewering is waar?

                 A In maart is het verschil in verkoop het grootst
B Varkentjes liggen altijd beter in de markt dan eendjes
C De eendjes zijn het populairst in juli
D In februari is het verschil in verkoop het kleinst

  1.  Vervolledig de reeks.

                
B  
D
  1.  Welk getal hoort op de plaats van het vraagteken?

                 A 410 99  406 303
B 408 205 ? 410
C 308 395 406 599
D 210
  1.  Welk getal hoort op de plaats van het vraagteken?

                 A 21       2 3 4 5
B 30 4 11 20 ?
C 31 6 7 8 9
D 42
  1.  Bij deze vraag moet men eerst proberen te achterhalen voor welk cijfer elk symbool staat. Rechts staat de som van iedere rij, onder de som van iedere kolom. Welke som komt er op de plaats van het vraagteken?

                 A 9
B 10
C 11  
D 12
  1.  De weegschalen zijn perfect in evenwicht. Wat moet er op de plaats van het vraagteken staan zodat ook de laatste weegschaal in evenwicht is?

                
       A           B         C           D
  1.  LATERAAL DENKEN

  1.  Vervolledig de reeks: 31 - 28 - ... - 31 - 30

                 A 29
B 30
C 31
D 42
  1.  Gegeven is de grafiek van de bezoekersaantallen van vorig jaar. Wat bezochten die mensen waarschijnlijk?

                 A Pretpark "BIBBERBERG" nv.
B Museum "DE TAND DES TIJDS" nv.
C Kunstijsbaan "DE SCHEVE SCHAATS" bvba
D Sporthal "DE SPANNENDE SPIER" cv.

  1.  Camil zegt tegen Arthur: "Ik heb dezelfde relatie tot Bernard, als Bernard tot jouw.""Dat klopt," zegt Arthur, "En ik heb dezelfde relatie tot jouw, als Bernard tot jouw vader." Wat is de relatie tussen Bernard en Camil?

                 A Arthur is de broer van Camil
B Camil is de vader van Arthur
C Arthur is de kleinzoon van Camil
D Camil is de neef van Arthurs
  1.  Wat hoort er op de plaats van het vraagteken?

                
  1.  Wat hoort er op de plaats van het vraagteken?

                
  1.  Wat moet er staan in het hokje met het vraagteken?

 
                  A Nog voldoende boter in de pan?
B Gooi pannenkoek in de lucht
C Pan nog heet genoeg?
D Onderkant pannenkoek voldoende gebakken? 

  1.  Los deze rebus op:

                 A Ondersteboven
B Bovenstebeste
C Bovenste
D Dit slaat nergens op 

  1.  TULP - PETUNIA - ANJER - ROOS - SNEEUWKLOKJE - ... Wat is de volgende bloem in het rijtje?

                 A Edelweis
B Paardenbloem
C Geranium
D Lelie
  1.  Hoeveel gelijke stukken kan je MAXIMAAL uit 1 ronde taart halen met slechts drie messneden?

                 A 3
B 6
C 8
D 9
  1.  Wat is het MINIMUM aantal munten dat je moet verleggen om van driehoek x naar driehoek y gaan?

 
                 A 3 
B 4
C 5
D 6

  1.  Wie moet het zwaarste gewicht tillen en waarom?

                 A Het meisje, het gewicht ligt het dichtst bij haar
B De jongen, die heeft duidelijk meer kracht
C Allebei evenveel, de plank verdeelt het gewicht
D Het meisje, ze heeft minder kracht dan de jongen 
  1.  Een schattenjager ontdekt een scheepswrak en wil een foto als bewijs. Hij moet twee uur duiken en twee uur opstijgen, vier uur in totaal. 1 duiker kan maximum drie flessen meenemen met 1 uur lucht per fles. Hoeveel assistenten heeft hij nodig voor een geslaagde duik? Een assisten halverwegen achterlaten zonder lucht is geen optie!

                 A 1
B 2
C 3
D Er bestaat geen oplossing voor dit raadsel
  1.  Hoeveel gelijkzijdige driehoeken kan je NIET maken met 6 lucifers? Je moet alle lucifers gebruiken.

                 A 1
B 2
C 3
D 4
  1.  Welke ketting volstaat om het uithangbord perfect horizontaal te hangen?

                 A x
B y
C z
D x of z, beiden mogelijk 
  1.  We zoeken iemand die iets te maken heeft met het koningshuis. TIPS vond je in de vragen 12, 18 en 31

                 A Don Jaime
B Koningin Paola
C Prinses Mathilde
D Koningin Fabiola

 

                  < 24
 25 - 39
 40 - 54
 > 54

Fout op de pagina of krijg je als IQ-resultaat een nul? Meld het ons!